Als tiener werd Harrie lid van Willem Tell. Hij moest wel, want hij wilde naar eigen zeggen ‘een feestje met de kameraden en het meisje vieren’. Harrie speelde eind jaren veertig kort in het tamboerkorps van Willem Tell, voordat hij en de vereniging echt onafscheidelijk zouden worden. In 1957 trad hij als penningmeester toe tot het bestuur. Een gemakkelijke taak was dat niet, want de naweeën van de Tweede Wereldoorlog waren nog goed voelbaar. De vereniging had geen spek op de botten.
“Het was nog een grote puinhoop. Op feestavonden droop het vocht van de roze gesausde muren. Mensen die ertegenaan zaten gingen met een roze rug weer naar huis. Later, toen daarvoor wat geld in kas was, hebben we de wanden met ruberoid en hardboard opgeknapt”, liet Harrie optekenen rond de negentigste jubileumviering van Willem Tell.
Een jaar later, in 1958, werd Harrie ook beheerder van het schuttersgebouw en verantwoordelijk voor de horeca. De toenmalige voorzitter Derksen en secretaris IJzermans hadden daar bij hem op aangedrongen in een met spoed belegde vergadering. “De voorzitter zei: ‘We houden de bar komende kermis in eigen beheer’. Ik kon het me moeilijk voorstellen. ‘Maar wie moet dat dan doen?’ Hij: ‘Jij!’ De voorzitter en secretaris verzekerden dat het rekenwerk mij wel was toevertrouwd.”
Voor Willem Tell was dat een heel betekenisvolle stap. De horeca in eigen beheer zorgde voor extra inkomsten die de vereniging maar wat goed kon gebruiken. Met zijn vrouw Tonnie aan zijn zijde deed hij al het mogelijke om het gebouw in stand te houden en goed te exploiteren. Woorden die zijn grootvader, Bart Zweers, hem op het hart drukten, speelden daarbij ongetwijfeld een belangrijke rol. ‘In een heel moeilijke tijd, de jaren dertig, is de schutterstent gebouwd. Houd het in een goede staat.’ “Die woorden ben ik nooit vergeten”, herhaalde Harrie recentelijk.
Harrie zette zich op allerlei fronten in, zijn werk ging veel verder dan enkel het penningmeesterschap en beheer van het schuttersgebouw. Hij contracteerde onder meer dansorkesten voor de Loose kermis, regelde verbouwingen, ritselde nieuwe uniformen, organiseerde gardeconcoursen en tikte goedkoop materialen voor onderhoudswerk op de kop. Harrie had een groot netwerk en wist voor veel dingen ‘een goed adresje’ te vinden. Niet gek ook, want hij was een tijdlang wethouder van de gemeente Duiven.
Ook in de functie van gemeentebestuurder kreeg Harrie met Willem Tell te maken. Vele keren heeft hij aan mensen binnen de schutterij documenten uit zijn omvangrijke privéarchief laten zien. Eén daarvan is de zogeheten dansvergunning uit 1986. De brief met de verleende vergunning is aan hem gericht, als vertegenwoordiger van Willem Tell. Onder diezelfde brief staat wederom zijn naam, ditmaal in de hoedanigheid van locoburgemeester van de gemeente Duiven.
Van belangenverstrengeling was geenszins sprake, zwoor hij. “Het mocht en kon op deze manier, niets is buiten de regels gegaan. Misschien is er één ding niet helemaal kies verlopen: in de vergunning gaf ik ’t Loo ooit toestemming om een uur langer te feesten, tot één uur ’s nachts. Op andere plaatsen hield ik het wel eens bij twaalf uur middernacht”, vertelde hij in aanloop naar het honderdjarig jubileum.
In ‘zijn’ schuttersgebouw nam Harrie het in ieder geval wél heel nauw met de regels. Er was in zijn tijd als beheerder maar één persoon met een sleutel en dat was hij. Hadden de vendeliers een oefenavond, dan was hij erbij. Of zij moesten ’s nachts, na de afsluitende borrel, de sleutel bij hem thuis inleveren. Heel precies was hij ook met de zaalindeling. Met spijkers in de muur gaf hij aan waar de tafels moesten staan. Ook de plaatsing van asbakken en bierviltjes luisterde nauw.
In 2001 deed Harrie – die ook aan de wieg heeft gestaan van dochtervereniging De Nathalzen en zustervereniging Jemmy Tell – een stap terug. Hij droeg het beheer van het schuttersgebouw over aan zijn opvolger, nadat hij reeds in 1988 was gestopt als penningmeester. Het was nu echt tijd geworden voor een frisse wind, vond hij. Harrie werd in 2002 benoemd tot Lid van verdienste. In 1982 had de Federatie van Gelderse Schuttersgilden en Schutterijen St. Hubertus hem al onderscheiden (ter ere van zijn 25-jarig jubileum als bestuurder van Willem Tell).
Er blijven veel mooie herinneringen over. Aan de keren dat hij bromde na weer eens verstrikt te zijn geraakt in de draden van de nieuwste boenmachine. Maar ook aan zijn jaarlijks uitgesproken hoop op een ‘vroege koning’ tijdens de Loose kermis, zodat de drankomzet van het schuttersgebouw in ieder geval goed zou zijn. Bijzonder is ook zijn verzameldrift. Vele verenigingsdocumenten en -foto’s heeft hij keurig gearchiveerd. Op de meeste staat een datum vermeld en de belangrijkste zijn in veelvoud gekopieerd.
Afgelopen jaar vierde Harrie met ons allen nog het honderdjarig jubileum van Willem Tell en de Loose kermis mee. Zoals altijd dronk hij – als enige in de hele zaal – bier uit een fluitje. Daarop lag een dekseltje met de letter ‘H’, zodat de ober niet met zijn glas aan de haal zou gaan. Bovendien had hij zijn opener mee, voor als hij een flesje fris bestelde. Dat beeld gaat gemist worden.
Schutterij Willem Tell wenst familie, vrienden en kennissen veel sterkte met het verlies van Harrie Zweers.